Werf 't Kromhout
SCHEEPSWERF, MACHINE- EN WERKTUIGENFABRIEK
Met de komst van Jan Goedkoop op de werf "'t Kromhout", ontstond er een geheel nieuwe ontwikkeling.
Het is deze Jan Goedkoop geweest die eerst de stoommachine en later de motorenfabricage heeft ontwikkeld
en hieraan leiding heeft gegeven.
Naast reparaties aan ketels en machines namen de gebroeders de bouw aan van een compound stoommachine
voor de vrachtboot "BATO".
Daarmee had ook de machinebouw een aanvang genomen op de werf "'t Kromhout".
Voor de bouw en montage van de stoommachines, de draaibanken, boor- en slijpmachines, was geen ruimte op de kleine werf.
1900: Aan de werf nu ook een machinefabriek.
Uitbreiding van de werf.
Op 13 april 1899 werd door brand de smederij en de timmerwerkplaats grotendeels in de as gelegd.
"De brandweer tastte onmiddellijk het vuur met alle kracht aan, door een viertal stoomspuiten in werking te stellen, die nog werden bijgestaan door de drijvende stoomspuit Jan van der Heijden".
Alle, nog nagenoeg nieuwe, machines in het verbrande gebouw waren onbruikbaar geworden waardoor de werklieden zonder werk zouden zijn.
De beide broers bedachten een plan waarbij van de nood een deugd werd gemaakt.
Zij kochten de aangrenzende kleine scheepswerf "De Hoop" met herenhuis en knechtswoning, Hoogte Kadijk 153 en 155, onderdeel van de werf "Vredenhof" van de Wed. J.L. Ceuvel, een terrein van 712 m2 en een daarnaast gelegen kleine houtkooperij.
In eigen productie werd een copie van de eerste kap, aaneengesloten neergezet.
Onder deze gesloten kap werd in 1900 een machinewerkplaats ingericht waar Jan de leiding over kreeg.
De werf "'t Kromhout" werd voortaan aangeduid als: "Scheepswerf, Ketelmakerij en Werktuigenfabriek".
Uitbreiding1900. Oorspronkelijk hekwerk
De eerste stoommachine.
De ontwikkeling in de scheepsvoortstuwing ging in een rap tempo voort.
Meer dan de stoommachine, die al ruim honderd jaar lang zijn plaats in de techniek gevonden had, was de verbrandingsmotor in die jaren, de gasmotor eerst, de benzine- en petroleummotor later, een ding van de toekomst, waaraan vooral jonge technici gaarne hun ernst en speelse invallen wijdden.
Begin van een nieuw tijdperk.
In "The Rudder", een tijdschrift voor zeil- en motorsport, las Daniël Goedkoop Dzn. een advertentie van de Mianus Motor Comp. in Amerika over een kleine tweetact benzinemotor voor sportdoeleinden,
een type wat toen in Europa nog niet gemaakt werd en weinig bekend was.
Tezamen met neef Jan Goedkoop Jr. van Gebr. Goedkoop,
besloot hij zo'n motor te bestellen en in een open mahoniehouten bootje dat hij bouwde aan te brengen.
Nadat zij de bediening ervan hadden eigen gemaakt, besloten ze zelf ook zulke motoren te gaan maken.
Dit besluit nog in 1901 genomen, vormt het allereerste begin van wat later de grote Kromhout Motoren Fabriek zou worden.
De uitvoering was uiteraard het werk van Jan Goedkoop.
Zijn eerste ontwerp was vrijwel geheel een kopie van het Mianus motortje.
Hij ging het vervaardigen in drie grootten van 2, 4 en 6 pk.
MIANUS KROMHOUT
Dit experiment was echter geen doorslaand succes. In het gebruik was de motor te ingewikkeld.
DE KROMHOUT PETROLEUM-MOTOR.
Intussen had zich in de motorenbouw een nieuwe ontwikkeling voorgedaan.
In de zomer van 1903 waren de Goedkoops in contact gekomen met een motor specialist, J.C. Woortmeyer, die aanbood werktekeningen te leveren van een langzaamlopende 1 cilinder-viertact-petroleum-motor met elektrische ontsteking.
Om te beginnen werd een productie van 12 pk opgezet.
De motor was echter technisch gezien lang niet volmaakt en daar Woortmeyer geen genegenheid vertoonde dit onder ogen te zien, kwam het spoedig tot een breuk waardoor de Goedkoops weer op eigen inzicht en experimenteren waren aangewezen.
Jan Goedkoop ging uit van de bestaande petroleummotor.
Het wilde niet lukken en na maanden van experimenteren besloten de broers uiteindelijk te stoppen.
Jan vroeg nog 14 dagen de tijd om een lopend experiment af te maken.
Deze 14 dagen besliste over de toekomst.
Nog vóór zij om waren, had hij aan de motor zó 'n verbetering aangebracht dat de verbranding schoon
en aan de uitlaatpijp nauwelijks te zien was.
Ten opzichte van de reeds bestaande Petroleummotoren, o.a. van Rennes, was de motor snel startend,
gemakkelijk in gebruik en vooral goedkoop in brandstof.
Rond de motor werd een directie-sleepboot gebouwd de: "Werf 't Kromhout 3".
Motorjacht "WERF 't KROMHOUT 3".
Als demonstratieboot ging men hiermee mee op pad en al spoedig kreeg zowel de boot als de Petroleummotor grote vermaardheid.
In het nog volle tijdperk van stoom, ging de "Werf 't Kromhout 3" als eerste motorboot het Kanaal over.
Deed mee aan motorboot wedstrijden en won vele prijzen.
Orders bleven dan ook niet uit en spoedig moest de motoren-productie worden uitbesteed.
De "Werf 't Kromhout 3" De Petroleummotor
Monteur bij de Petroleummotor De eigenbouw van de webmaster
Op 23 december 1905 sloot de firma D. Goedkoop Jr. een contract af met een Franse ingenieur, E. Drouard, een constructeur van automotoren aan de Spijker-automobiel-fabriek "Trompenburg" te Amsterdam.
Deze Drouard bracht hier de werkwijze van de auto-industrie in, waar nauwkeurigheid in massabouw en bijv. onderlinge verwisselbaarheid van onderdelen volstrekt noodzakelijk waren.
Hij leerde Jan Goedkoop en de werknemers het begrip "tolerantie" en het gebruik van micrometers bij.
Het werken op 1/100 millimeter nauwkeurig.
De Ruw Oliemotor.
In navolging van de Bolindermotor (1909), ontwikkelde Jan Goedkoop een tweetact-ruw-oliemotor,
door Jan de R.O motor genoemd.
Gasolie, ook wel ruw olie genoemd, was aanzienlijk goedkoper dan petroleum en in de scheepvaart
ging het vaak om centen.
De primitieve werkplaats op de werf, geplaatst onder de tweede overkapping die machinefabriek heette,
werd spoedig te klein en in 1907 werd besloten tot het bouwen van een nieuwe fabriek.
Scheepsbouw.
Vanaf 1867 tot 1912 staan er 660 bouwnummers op de werflijst.
Schepen voor het binnenland maar ook voor het buitenland.
Kleine havensleepboten werden op grote stoomschepen naar alle werelddelen getransporteerd.
De grote schepen gingen op eigen kracht over zee.
Daarnaast nog vele andere werkzaamheden aan waterwerken zoals sluisdeuren
en montage aan de spanten van het Centraal Station in Amsterdam.
Er zijn nog enkele schepen varend o.a.
1907: De "KROMHOUT VI" 2013: Weer even terug bij de Kromhoutwerf !!
Één van de vele 1e prijzen... 2013: uw webmaster aan het stuurwiel....
(2015: "Overijssel" ligt in de Amstel-Amsterdam) 1909-heden: "OVERIJSSEL"
1908: "SOPHIA"- BP I" (Ligt in België )
1909: "MIGNON" thans "VUTURE"
1910: "SCHEEPSBOUW" thans "SHIPDOCK I"
1912: "KROMHOUT VIII" >Ontwerp Goedkoop< thans "PHOENIX"
De verkoop van de werf "'t Kromhout".
Het zwaartepunt in de onderneming was van de oude scheepswerf naar de nieuwe motorenfabriek verlegd.
Dit alles inziende hebben zij op 6 April 1911 de Werf ’t Kromhout verkocht, zoals ze reilde en zeilde, aan de Heeren W. Sebbelee en E.W. Pos voor de contante somma van fl. 100.000,-. W. Sebbelee was de buurman scheepsbouwmeester en stond aan het hoofd van de Werf Vredenhof, firma Wed. J.L. Ceuvel. Men nam de lopende opdrachten en een deel van het personeel over.
De Goedkoops namen echter wel hun ontwerpafdeling voor de scheepsbouw mee naar de nieuwe fabriek
en bleven voor hun klanten schepen ontwikkelen en - laten - bouwen.
1918. De werf "Vredenhof" van de Wed. J.L. Ceuvel, incl. de voormalige werf "'t Kromhout".
Op de voorgrond het nieuwe zeiljacht "d' AVONTUUR" van D. Goedkoop Dzn.,
gebouwd door Ceuvel, in het drijvend dok.
Voor de voortstuwing zorgde een 8 epk Kromhoutmotor van het type M-00, Nr. 1214.
Aan het onderhoud van de "kappen" werd duidelijk weinig gedaan.
Maak jouw eigen website met JouwWeb